drie dagen geleden – een duidelijke droom :
een redelijk grote ruimte , maar gescheiden in twee gedeelten ,
door een inbouwmuur van hout met een soort grote opening daarin
zoals restaurants hebben naar hun keuken in het achterliggende gedeelte .
Een jonge vrouw stond aan de andere kant ,
met beide armen geleund op de richel van die opening ,
dus haar gezicht was naar mij toegekeerd , naar deze kant van de ruimte ;
ze was bloedstollend mooi — lang golvend zwart haar , bijna levend ;
prachtige grote donkere ogen in een perfect geboetseerd gezichtje ;
haar kleding was als die van een danseres in het antieke midden-Oosten —
donkergekleurd, weinig verhullend, maar precies de goede smaak
.. toch kon ik haar gezicht en bouw niet duiden –
het was niet semitisch .. noch arisch .. noch een ander herkenbaar kenmerk .
Bijna schuchter gaf ik haar een kleine kus op haar wang , verlangend naar haar ,
…maar plots draaide zij zich om en verdween naar verderop in die ruimte ,
nu onzichtbaar geworden voor me – op de heerlijke geur van haar na .
Een ogenblik dacht ik een symbool te hebben gezien op de plaats waar zij stond,
wel iets weg hebbend van een hindoeistisch (chakra-) symbool –
maar het ging te snel en de afbeelding verdampte voordat ik het goed kon zien
Nee , de droom sloeg nergens op —
tot het uitwerken van dit hoofdstuk 2 van Hosea .
De “illegaal gescheiden ruimte” is wel duidelijk, ook “het staand op hún symbool”
(misschien was de schuchtere kus gerelateerd in de oproep in de eerste zin?) ;
en ook komt inderdaad de nostril (-aph) terug in dit hoofdstuk –
… maar is de nostril, (nu?) in het midden van haar borst , nou goed of slecht ?
Het hoofdstuk schijnt aan te geven dat de húidige situatie verkeerd is
.. zou het (centrum) juist 30 centimeter láger moeten zitten – in haar buik ,
vanwege de link met geboorte , in Openbaringen ..?
Hoe daar achter te komen ..?