Jer.21: de vernietiging van
(500 BC) Jerusalem aangezegd ,
als een thema dat gekoppeld
is aan ‘het huis eden’
als de ‘atmosfeer van eden’
(goed leesbaar)
[2020]

 

adapted headerpic amos chapter context :
both previous chapters returned to the situation
of 500 BC Judea , announcing the coming war ;
this chapter announces ‘the fall of Jerusalem’
but links this theme immediately to a construct
in the other reality termed ‘the eden-house’
(see diagram)
which is “the atmosphere of eden” over her land :
the attribute of Judah is this “eden atmosphere”
but he has gone corrúpt (now as Moab house) ,
and this chapter is the introduction to that theme
(this chapter 21 is a transition chapter ;
theme continues in next chapter 22) ;

note : very readable , first submitted version
and definitive ; partly corrupted

 

Hoofdstuk context :
… beide vorige hoofdstukken keerden terug naar de situatie van 500 BC Judea ,
en kondigden daar de komende oorlog aan ;
dit hoofdstuk zegt de val van Jerusalem aan ,
maar linkt dat onmiddellijk naar een construct in de andere werkelijkheid als “het eden huis”
(zie diagram)
dat “de eden atmosfeer is” over haar land :
het attribuut van Judah is deze “eden atmosfeer” ,
maar hij is corrupt geworden (nu als Moab huis) ,
en dit hoofdstuk is de introductie van dat thema

 

(dit hoofdstuk 21 is een transitie hoofdstuk ,
het thema wordt vervolgd in volgend hoofdstuk 22)

 
opmerking :
goed leesbaar ; als eerste en tegelijkertijd definitieve versie ;
gedeeltelijk gecorrumpeerd hoofdstuk
 
opzet van de verzen :

  • – Engels volgens Westminster codex
  • – Engelse vertaling van eerstgenoemde
  • – Eventuele begrippen en context van zin
  • – Onze vertaling en context ; uitgebreider
    noten Akk. Sanskrit, glyphs, zie hoofdsite
  • – Nederlandse vertaling , meestal woordelijk
    overgenomen van herzienestatenvertaling nl ,
    vanwege leesbaarheid hoofdletters opgeofferd
  • – Nederlandse vertaling in context van het Report

Alles samen om een zo goed mogelijke woordkleur te vinden ;
context tussen hoekige […] , syntax tussen ronde (….) geplaatst
 

Jeremia 21

1-2
de aankondiging van de val van Jeruzalem :                               (introductie van thema)
the·word which he-became to Jeremiah from·with ieue in·to-send-of to·him
the·king Zedekiah Pashhur son-of Malchijah and Zephaniah son-of Maaseiah
the·priest to·to-say-of inquire-you ! please ! about·us ieue that Nebuchadrezzar
king-of Babylon fighting on·us perhaps he-shall-do ieue us as·all-of
works-being-marvelous-of·him and·he-shall-go-up from·on·us
The word which came unto Jeremiah from the LORD, when king Zedekiah sent unto him
Pashur the son of Melchiah, and Zephaniah the son of Maaseiah the priest, saying, Enquire,
I pray thee, of the LORD for us; for Nebuchadrezzar king of Babylon maketh war against us;
if so be that the LORD will deal with us according to all his wondrous works,
that he may go up from us.
‘pashur’, H6583 pashchur ; -peshar ‘interpreting’ (Aram.) ; -pesha ‘transgression’ ;
‘maaseiah’, 4641 maaseyah ; -maaseh ‘deed’ ;

  • context : the announcement of the fall of Jerusalem :              (introduction of theme)
    … theme will be ‘the eden-house’ ;

line ,

  • [=’in part II of this chapter the theme will show up , after the analogy ;
    sometimes the used names can give a clue but in this case it’d be speculation —
    but it does appear that they do not beliéve that Nebuchadnesar will attack , in this line 1-2 ;
    line :]

“the word [in right direction] – from – IEUE – which – became – to – Jeremiah ,
in=when – king – Zedekiah – (had) sent – to him – Pashur – the son of – Malchiah ,
and – Zephaniah – the son of – Maaseiah – the priest ,
(both) saying :

 
ask you – IEUE – please ! – about us :
that=when – Nebuchadnessar – king of – Babylon – (would) war – on=against us ,
perhaps – IEUE – (would) do – any – wonderous work – (to) us ,
and=so (that) he [=’Nebuchadnessar’] (will) go (away) – from us ? ; 

(De verwerping van Zedekia)
Het woord dat van de Heer gekomen is tot Jeremia, toen koning Zedekia Pashur,
de zoon van Malchia, en de priester Zefanja, de zoon van Maäseja,
naar hem toe had gestuurd om te zeggen :
raadpleeg toch de Heer voor ons, want Nebukadrezar, de koning van Babel, strijdt tegen ons.
misschien zal de Heer met ons doen overeenkomstig zal zijn wonderen, zodat hij van ons wegtrekt.

  • [=’in deel II van dit hoofdstuk wordt het thema getoond , na de analogie ;
    soms laten de gebruikte namen een aanwijzing zien maar hier is dat speculatie —
    maar het is aannemelijk dat zij niet gelóven dat Nebuchadnesar aan zou vallen (in deze 1-2) ;
    zin :]

“het woord [in goede richting] van IEUE dat tot Jeremiah kwam ,
[=toen] koning Zedekiah Pashur de zoon van Malchiah      +
en Zephaniah de zoon van Maaseiah naar hem toe had gestuurd ,
(beiden) zeggend :

 
alstublieft , vraag IEUE over ons :
[=wanneer] Nebuchadnesar de koning van Babylon tegen ons zou strijden ,
zou IEUE wellicht een wonderbaarlijk werk (aan) ons doen ,
[=zodat] hij [=’Nebuchadnesar’] van ons (..weg zal trekken..) ? ;

 
3-4-5
… vervolg :
and·he-is-saying Jeremiah to·them thus you-shall-say to Zedekiah thus
he-says ieue Elohim-of ishral behold·me ! turning-around implements-of the·war
which in·hand-of·you which you ones-fighting in·them with king-of Babylon and·with
the·Chaldeans the·ones-besieging on·you from·outside to·the·wall and·I-gather them
to midst-of the·city the·this and·I-fight I with·you in·hand being-stretched-out and·in·arm
steadfast and·in·anger and·in·fury and·in·wrath great
Then said Jeremiah unto them, Thus shall ye say to Zedekiah: Thus saith the LORD God of Israel;
Behold, I will turn back the weapons of war that [are] in your hands, wherewith ye fight against

the king of Babylon, and [against] the Chaldeans, which besiege you without the walls,
and I will assemble them into the midst of this city. And I myself will fight against you with
an outstretched hand and with a strong arm, even in anger, and in fury, and in great wrath.

  • context : … continued :
    … the ‘turn aside’ :
    we couldn’t find a better option for now ;

line ,
and=then – Jeremiah – says – to them :
thus – you (must) say – to – Zedekiah :
thus – says – IEUE , the deity of – [eden-] Ishral :

 
behold me ! , [+I] (will) turn aside – the weapons of – war – which (are) – in your hands ,      +
in=with – which – you – (will) fight – the king of – Babylon – and (his) Chaldeans       +
(who will) besiege – you – from outside – the [city-] wall ,
and I (will) make – them [=’Chaldeans’] – (..to enter..) – to=into – the midst of – this – city ;

 
and=for – I (myself) – (will) fight – with=against you ,
in=with – outstretched – hand – and – steadfast – arm ,
in anger (-aph) – and in fury (-chme) , and=as – the great – wrath ;

Toen zei Jeremia tegen hen : dit moet u tegen Zedekia zeggen :
zo zegt de Heer, de God van Israël : zie, ik ga de wapenrusting omdraaien die in uw hand is,
waarmee u tegen hen strijdt , tegen de koning van Babel en tegen de Chaldeeën ,
die u buiten de muur belegeren, en ik zal hen verzamelen midden in deze stad .
Ík zal tegen u strijden met een uitgestrekte hand en met een sterke arm ,
ja, met toorn, met grimmigheid en met grote verbolgenheid .

“[=dan] zegt Jeremiah tegen hen :
zo moet u tegen Zedekiah zeggen :
zo zegt IEUE , de godheid van [eden-] Ishral :

 
zie ! , [+ik] zal de wapens voor de oorlog die in uw handen zijn , doen wegdraaien ,      +
[=waarmee] u tegen de koning van Babylon en [=zijn] Chaldeeën zult strijden      +
die u zullen belegeren van buiten de [stads-] muur ,
en ik zal hen [=’Chaldeeën’] in het midden van deze stad (..doen binnengaan..) ;

 
[=want] ik (zelf) zal tegen u strijden ,
[=met] uitgestrekte hand en met een sterke arm ,
in woede (-aph) en in grimmigheid (-chme) , [=als] de grote toorn ;

 
6-7
… vervolg :
and·I-smite ones-dwelling-of the·city the·this and the·human and the·beast
in·plague great they-shall-die and·after so averment-of ieue I-shall-give Zedekiah
king-of Judah and servants-of·him and the·people and the·ones-remaining in·the·city
the·this from the·plague from the·sword and·from the·famine in·hand-of Nebuchadrezzar
king-of Babylon and·in·hand-of ones-being-enemies-of·them and·in·hand-of ones-seeking-of
soul-of·them and·he-smites·them to·edge-of sword not he-shall-commiserate over·them
and·not he-shall-spare and·not he-shall-show-compassion
And I will smite the inhabitants of this city, both man and beast: they shall die of a great pestilence.
And afterward, saith the LORD, I will deliver Zedekiah king of Judah, and his servants, and the people,
and such as are left in this city from the pestilence, from the sword, and from the famine, into the
hand of Nebuchadrezzar king of Babylon, and into the hand of their enemies, and into the hand of
those that seek their life: and he shall smite them with the edge of the sword; he shall not spare them,
neither have pity, nor have mercy.

context : … continued :
line ,
“I (will) smite – the inhabitants of – this – city , (..both..) – man – and animal ,
[+for] they (will) die – in=by – a great – pestilence ;
and afterwards , (is) the declaration of – IEUE ,
I (will) deliver – Zedekiah – the king of – Judah ,     +
and his servants , and – the people ,
[=as] – the remnant of=in – this – city – from – the plague – (and) the sword – (and) the famine ,   +

 
in=into the hand of – Nebuchadnesar – king of – Babylon ,
and=as in the hand of – their enemies – (who) seek  – their adm-soul ;                    [=’seek to kill’]
and he (will) smite them – (with) the edge of – the sword :
he (will) – not – spare them , [=neither] (have) pity , [=nor] (have) mercy ;

Ik zal de inwoners van deze stad treffen, zowel mens en dier : door een grote pestziekte
zullen zij sterven . Daarna, spreekt de Heer, zal ik Zedekia, de koning van Juda, zijn dienaren,
het volk, en hen die zijn overgebleven van de pest, het zwaard en de honger,
in de hand geven van Nebukdrezar, de koning van Babel, in de hand van hun vijanden
en in de hand van hen die hen naar het leven staan . Hij zal hen slaan met de scherpte
van het zwaard : hij zal hen niet sparen, geen medelijden hebben, en zich niet over hen ontfermen.

“ik zal de inwoners van deze stad slaan , (..zowel..) mens als dier ,
[+want] zij zullen sterven door een grote pestziekte ;
en daarna , is de verklaring van IEUE ,
zal ik Zedekiah de koning van Judah ,     +
en zijn dienaren , en de mensen ,
[=als] degenen die in deze stad overgebleven zijn van de pest (en) het zwaard (en) de honger ,     +

 
in de hand van Nebuchadnesar de koning van Babylon geven ,
[=als] in de hand van hun vijanden die hun adm-ziel zoeken ;                            [=’willen doden’]
en hij zal hen slaan met de scherpte van het zwaard :
hij zal hen niet sparen , [=geen] medelijden hebben , [=noch] zich ontfermen ;

 
8-9-10
… maar God geeft ook een uitweg :
and·to the·people the·this you-shall-say thus he-says ieue behold·me ! giving
to·faces-of·you way-of the·lives and way-of the·death the·one-dwelling in·the·city
the·this he-shall-die in·the·sword and·in·the·famine and·in·the·plague and·the·one-going-forth
and·he-casts-his-lot on the·Chaldeans the·ones-besieging on·you he-shall-live and·she-becomes
for·him soul-of·him to·loot that I-place faces-of·me in·the·city the·this for·evil and·not for·good
averment-of ieue in·hand-of king-of Babylon she-shall-be-given and·he-burns·her in·the·fire
And unto this people thou shalt say, Thus saith the LORD; Behold, I set before you the way of life,
and the way of death. He that abideth in this city shall die by the sword, and by the famine,
and by the pestilence: but he that goeth out, and falleth to the Chaldeans that besiege you,
he shall live, and his life shall be unto him for a prey. For I have set my face against this city for evil,
and not for good, saith the LORD: it shall be given into the hand of the king of Babylon,

and he shall burn it with fire.

  • context : … but God also gives a way out :
    … the “gained his adm-soul” :
    likely an expression to not confuse with (-chi) , often as “eden-life ;

line ,
and=therefore – you [=’2 priests’] (must) say – to – these – people :                 [=’all inhabitants’]
thus – IEUE – says :
behold me ! , [+I] place – before you – a way of – life – and – a way of – death :

 
the one (who will keep) dwelling – in – this – city – (will) die       +
in=by the sword – and=or the famine – and=or the plague ;
and=but the one (who will) leave (the city) ,       +
and fall down [=’prostrate’] – [=before] – the Chaldeans (who will) besiege – [=her] , (will) live :
and=for – he will (have) – gained – his adm-soul ;                                              [=’saved his own life’]

 
that=because – I (have) set – my face – in=against – this – city – for evil    +
and not – for good , (is) the declaration of – IEUE :
she (will be) delivered – in=into the hand of – the king of – Babylon ,
and he (will) burn her down – in=with fire ;                

En tegen dit volk moet u zeggen : zo zegt de Heer :
ik houd u de weg naar het leven en de weg naar de dood voor .
Wie in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, door de honger of door de pest .
Maar wie vertrekt en overloopt naar de Chaldeeën, die u belegeren,
die zal in leven blijven en zijn leven zal hem tot buit zijn . Want ik heb mijn aangezicht tegen
deze stad gericht ten kwade en niet ten goede, spreekt de Heer. Zij zal overgegeven worden
in de hand van de koning van Babel , en hij zal haar met vuur verbranden .

“[=daarom] moet u [=’2 priesters’] tegen deze mensen zeggen :                          [=’alle inwoners’]
zo zegt IEUE :
zie ! , [+ik] plaats een weg van leven en een weg van dood vóor u :

 
degene die in deze stad zal (blijven) wonen ,      +
zal sterven [=door] het zwaard [=of] de honger [=of] de pest ;
[=maar] degene die (de stad) zal verlaten ,     +
en neer zal vallen [=’neerliggen’] [=voor] de Chaldeeën die [=haar] zullen belegeren , zal leven :
[+want] hij zal zijn adm-ziel hebben gewonnen ;                                             [=’eigen leven gered’]

 
[+omdat] ik mijn aangezicht [=tegen] deze stad heb gericht ten kwade    +
en niet ten goede , is de verklaring van IEUE :
zij zal overgeleverd worden in de hand van de koning van Babylon ,
en hij zal haar [=met] vuur verbranden ;

 
part II   —   deel II

 
11-12
… de vergelijking van het huis van de koning met ‘het eden huis’ :                      (de kubus)
11 and·to·house-of king-of Judah hear-you ! word-of ieue
12 house-of David thus he-says ieue adjudicate-you ! to·the·morning judgment
and·rescue-you ! one-being-pillaged from·hand-of one-extorting lest she-shall-go-forth
as·the·fire fury-of·me and·she-consumes and·there-is-no one-quenching from·faces-of
evil-of actions-of·you
And touching the house of the king of Judah, [say], Hear ye the word of the LORD;
O house of David, thus saith the LORD; Execute judgment in the morning, and deliver
[him that is] spoiled out of the hand of the oppressor, lest my fury go out like fire,
and burn that none can quench [it], because of the evil of your doings.
‘judgment’ , H1777 din ‘to judge’ [negative colour] ;
‘deliver’ , H5337 natsal ‘to deliver (rescue), snatch away, to strip’ ;
‘spoiled’, H1497 gazal ‘to plunder, to rob’ ;

  • context : … the comparison of the king’s house with ‘the eden house’ :           (the cube)
    … Judah as “masculine attribute” ;

line ,

  • [=’the “sky of the eden land” (as cube) is represented by the southern kingdom Judah
    (as opposed to “the eden land” – represented by the northern kingdom Ishral) ,
    compare how the “masculine” sky-attribute protects the “feminine” land-attribute ;
    here compared to “the palace of the king of judah” (theme continues in next chapter) :
    2) like the eden land ,
    also the eden-sky (as cube construct) deserted to the realm of spirits  —
    but where the eden land will return , the defected cube will nót be saved ;
    line :]

“hear you ! [=’you + we’] – the word (or: concept) [in right direction] of – IEUE      +
and=about the house of – the king of – Judah – [+as] the [eden-] house of – David [=’eden-rule’] :

 
thus – says – IEUE :
(..the [eden-] house..) (dn=bth) – (will be) judged – to=when the [eden-] dawn (will be) ,
and=for – he (will) – [+nót] – (be) delivered    +                                               [=’the (-gzl) : made up’]
(out) from the hand of – the one (who) extorts [=’matrix’] :

  • [=’lines above :                                                                                                    [above : was corrupt]
    the “house + David” belongs in first line 11 ;
    judgment HAS already been declared upon Jerusalem , previously , so it makes no sense
    that now again “a second chance is given” = Esau’s corruption :]

 
(..because..) (phn=ki) – my fury (-chme) (will) go forth – as=like a fire ,
she (will) burn – and there-(will be)-no – one quenching (it) ,
(..because of..) – the evil of – [=his] [=’eden-house’] doing ;         +

Over het koningshuis van Juda . Hoor het woord van de Heer, huis van David .
Zo zegt de Heer : verschaf ’s morgens recht , en red wie beroofd is uit de hand van wie onderdrukt,
anders laait mijn grimmigheid als een vuur en brandt die zo, dat niemand blussen kan ,
vanwege uw slechte daden .

  • [=’de “atmosfeer van het eden-land” (als kubus) is vertegenwoordigd door het zuidelijke
    rijk Judah (terwijl “het eden-lánd” vertegenwoordigd wordt door Ishral als noordelijk rijk) ,
    vergelijk hoe het ‘mannelijke’ attribuut het ‘vrouwelijke’ land-attribuut beschermt ;
    hier vergeleken met “het huis van de koning van Judah (en zie volgend hoofdstuk 22) ;
    2) zoals het eden-land ,
    is ook de eden-atmosfeer (als de kubus) overgelopen naar de dimensie van de geesten  —
    maar waar het eden-land gered zal worden , zal de overgelopen kubus niét gered worden ;
    zin :]

“hoort u ! [=’u + wij’] het woord (of: concept) [in goede richting] van IEUE     +
[=over] het huis van de koning van Judah [+als] het [eden-] huis van David [=’eden-heerschappij’] :

 
zo zegt IEUE :
(..het [eden-] huis..) (dn=bth) zal geoordeeld worden [=wanneer] de [eden-] morgen zal zijn ,
[=want] hij zal [+niét] gered worden     +                                                        [=’de (-glz) : bedacht’]
(uit) van de hand van degene die onderdrukt [=’matrix’] :

  • [=’zinnen boven :                                                                                            [boven : was corrupt]
    het “huis + David” behoort bij de eerste zin 11 ;
    Jerusalem WAS al geoordeeld , hiervoor , dus het slaat nergens op dat zij nu
    een “tweede kans zou krijgen”  = Esau corruptie :]

 
(..want..) (phn=ki) mijn woede (-chme) zal voortgaan als een vuur ,
zij zal branden en er-zal niemand zijn die (het) kan blussen ,
(..vanwege..) het kwaad van dat [=hij] [=’eden huis’] gedaan heeft ;      +

 
13-14
slot : … het gedeserteerde eden-huis wordt niet gered :                               (vervolg in Jer. 22)
behold·me ! to·you one-dwelling-of the·vale rock-of the·level averment-of ieue
the·ones-saying who ? he-shall-settle on·us and·who ? he-shall-come in·habitations-of·us
and·I-check on·you as·fruit-of actions-of·you averment-of ieue and·I-ravage fire
in·wildwood-of·her and·she-devours all-of round-about·her
Behold, I [am] against thee, O inhabitant of the valley, [and] rock of the plain, saith the LORD;
which say, Who shall come down against us? or who shall enter into our habitations?
But I will punish you according to the fruit of your doings, saith the LORD: and I will kindle
a fire in the forest thereof, and it shall devour all things round about it.
‘plain’, H4334 mishor ‘plateau (as plain) , level, even, straight, etc’ ; (not -orb ‘plain’)
‘come down’ , H5181 nacheth ‘to break, to bend, to go deep (down)’, unusual ;

  • context : closing : … the defected eden-house won’t be saved :               (continued in Jer. 22)
    … see main diagram ;
  • Henoch describing the cube :
    … he mentions the house “having burning pillars of fire”  
    (but we’ve to look up that quote again) ,    
    hence we interpreted the “your surroundings” in last line ; 
    we assume that the cube can cause several geomatric forms
    (‘platonic solids’) as the – now – skydome of the matrix-land ;
    same theme continues in next Jer. 22 ;
hetreport pics jer  fire cube
visual of the (now) Moab cube
  (blender stackexchange com)

line ,
“behold me ! , [+I] (am) – on=against you ,
(you) [=’previous eden-house’] (who) dwell – (in) the [matrix-] valley ,     +
[+as] the plateau-like – outer court (-tsur)  ,                  [=’outer-court : region above original eden’]
(is) the declaration of – IEUE ,

 
(you) [+as] the one (who) said : (..I (will) go deep down?..) – [=to] [=them] ,                [=’to matrix’]
[=because] (mi=ki) – [=I] (will) [=go] – (to be) in=as [=théir] habitation ;           [=’Moab cube now’]

 
and=therefore I (will) [=visit] [=’to judge’] – the fruit of – your doing – upon you ,
(is) the declaration of – IEUE ,
and=when I (will) kindle – a fire – in [=your] [cedar-] forest ,
and she [=’the fire’] (will) devour – all of – your surroundings [=’of the cube ; see note’] .

Zie, ik zál u, u die zetelt in het dal, rots in de vlakte, spreekt de Heer ,
u die zegt : wie zal naar ons afdalen of wie zal onze schuilplaatsen binnenkomen ?
Ik zal u overeenkomstig de vrucht van uw daden straffen, spreekt de Heer ,
ik zal een vuur aansteken in zijn woud ; dat alles rondom zich zal verteren .

“zie ! , [+ik] ben [=tegen] u ,
(u) [=’voormalig eden-huis’] die verblijft in de [matrix-] vallei ,      +
[+als] de plateau-achtige buiten-hof (-tsur) ,                   [=’buiten-hof : regio boven origineel eden’]
is de verklaring van IEUE ;

 
(u) [+als] degene die zei : (..ik zal diep neerdalen?..) [=naar] [=hen] ,                         [=’naar matrix’]
[+want] (mi=ki) [=ik] zal [=gaan] (om) [=hún] verblijfplaats te worden ;        [=’als Moab kubus nu’]

 
[=daarom] zal ik de vrucht van uw daden aan u bezoeken [=’om te oordelen’] ,
is de verklaring van IEUE ,
[=wanneer] ik een vuur in [=uw] [ceder-] woud aan zal steken ,
en zij [=’het vuur’] zal heel uw omhulling [=’van de kubus , zie Engels’] verslinden .

 


04.06june.2020   —   submitted as first version , and definitive   —   report series